De beste Nederlandstalige dichtbundels van het afgelopen jaar zijn die van Maria Barnas, Joost Decorte, Radna Fabias, Roelof ten Napel, Willem Jan Otten en Xavier Roelens. Niet vijf maar zes bundels werden door de jury genomineerd voor de shortlist van de eerste editie van De Grote Poëzieprijs. De juryleden maakten de shortlist, met daarop ook drie debuten, zojuist bekend tijdens de feestelijke finale van de Turing Gedichtenwedstrijd in de Rode Hoed. De genomineerden verdienden hun plek op de shortlist met de volgende bundels:
Nachtboot – Maria Barnas, verschenen bij Van Oorschot
Stalker – Joost Decorte, verschenen bij Poëziecentrum
Habitus – Radna Fabias, verschenen bij De Arbeiderspers
Het woedeboek – Roelof ten Napel, verschenen bij Hollands Diep
Genadeklap – Willem Jan Otten, verschenen bij Van Oorschot
Onze kinderjaren – Xavier Roelens, verschenen bij Atlas Contact
Juryleden Yra van Dijk, Joost Baars – winnaar van de laatste VSB Poëzieprijs -, Adriaan van Dis, Cindy Kerseborn en Maud Vanhauwaert kregen 150 dichtbundels ter beoordeling binnen. Niet alleen het enorme aantal maar ook het aantal goede bundels viel daarbij op: ‘We mogen concluderen dat de Nederlandstalige poëzie springlevend is. Ze is, ten eerste, divers in haar vorm. Van lyrisch tot uitgebeend, van abstract tot anekdotisch, van geëngageerd tot persoonlijk, van experimenteel tot traditioneel, en alles ertussenin. Ons viel op dat er veel gedichten waren die een expliciet of impliciet politieke lading hadden: blijkbaar vraagt deze tijd om een antwoord van de literatuur. Divers is de Nederlandstalige poëzie ook getuige de vertegenwoordiging van vele bevolkingsgroepen op de inzendingslijst. Vrouwen publiceren alleen nog altijd minder poezie dan mannen: nog niet eens 30% van de gepubliceerde bundels is geschreven door een vrouw.’
Op 16 juni a.s. tijdens het 50e Poetry International Festival zal De Grote Poëzieprijs worden uitgereikt.